De tocht naar de toren van Ringdinar

We besluiten die ochtend te vertrekken over de weg richting Cameth Brim. Dit is de hoofdstad van '????????'. We bieden op de markt onze diensten aan een caravaan aan om als bewaking mee te trekken. Helaas hoeft deze caravaan maar een klein gedeelte in onze richting. Ondanks dat accepteren ze ons aanbod. Wij krijgen ratsoen tot dat onze wegen splitsen.

Na een aantal dagen komen we aan bij een kruising waar een ruiene staat. Op deze kruizing moeten wij afslaan richting Cameth Brim. De weg die daar na toe loopt heet het groene heuvel pad maar heeft als bijnaam "Het pad van het bloedspoor". Dit pad loopt langs de "bones hill". Deze namen klinken tamelijk onheilspellend.

Tijdens een kort oponthoud op de kruizing doet een gedeelte van de groep een pogin om iets waardevols in de ruiene te vinden. Dit is echter onmogelijk daar dit al op zijn minst 108 keer gebeurt is. Hierna vertrekken we richting het noorden.

Onder weg komen we nog een aantal vluchtende gezinnen tegen. Helaas hebben deze gezinnen weinig informatie voor ons. Ze vertellen ons wel dat er plunderende hillman in het gebied rondlopen. Als we vertellen dat we op zoek zijn naar een magier Ringdinar die in het noorden woont dan kijken ze ons wantrouwend aan en vluchten snel door.

Tijdens de eerste nacht worden door Elyana wakker gemaakt. Ze heeft ongeveer 10 mannen door het bos horen lopen. Deze komen op ons af. We leggen gauw wat spullen onder de dekens zodat het lijkt alsof we slapen en stellen ons verdekt op in de bosrand.

Even later komen er 5 Hillman het kamp binnen lopen. Arawn wordt gelijk door hun gevonden en ze beginnen vragen aan hem te stellen. Ze vragen waar het voedsel is en gedragen zich nog al onbeschoft. Terwijl een paar Hillman Arawn ondervragen begint een ander te kontroleren dat de slaapplaatsen leeg zijn. Daarna begint hij de rugzaken te onderzoeken. Uiteraard verbied Arawn dat maar ze beginnen daarop alleen Arawn te bedreigen. Daarop vliegt er een Pijl door het Bos richting de persoon die de rugzak liep te doorzoeken. Deze pijl kwam uit de richting waarin Eliane zich verborgen heeft. Tevens klinkt er een onheilspellend geluid uit het Bos.

De leider van het spel begint in het dunael zijn mannen toe te spreken. Helaas heb ik nooit serieus die taal geleerd. Na een tijdje valt me wel het woord geest op. Ze lijken door de geluiden bang te zijn voor Bosgeesten. Eigenlijk hebben ze wel gelijk. Een mystrieus geluid dat best wel een beetje angstaanjaagend is, maar daar kunnen we op het moment geen aandacht aan besteden.

Op dat moment komen er 2 andere mannen te voorschijn die Nis gevonden hebben. Voor de rest lopen er 2 mannen richting de plaats waar de pijl afgevuurt was. Als ze die plaats beginnen te naderen valt er een van die 2 in slaap. Op dat moment begint de leider weer te roepen. Een paar mannen lopen snel richting de in slaap gevallen man en tillen hem op. Daarna vluchten ze met zijn allen.

De volgende dag lopen we door tot Bones Hill. We komen onderweg diverse boerderijen tegen die de laatste tijd overvallen en geplunderd zijn. Aan het eind van de dag komen we aan op Bones Hill. Hier staat een ford waar we aangiften doen van de overval. Ze melden ons dat dat aan de orde van de dag is. We blijven die nacht veilig in de barakken van het ford.

Zo trekken we door na Cameth Brim. Daar horen we de lokale verhalen over een duistere tovenaar in het noorden die orcen en hilman in dienst heeft. Voor de rest zijn er veel mensen die weg trekken naar het zuiden.

Ten slotte komen we in Morra Tarth. Dit is een fort aan de rand van de wildernis waarin dunadin en northmen huurlingen de grens bewaken. Vanaf hier zullen we door de wildernis door moeten trekken naar de toren van Ringdinar. Er gaan hier veel geruchten rond van het feit dat er spoken rond de toren zitten. Het is zeker een gebied waar niet veel mensen durven komen. Er is al tijden niemand meer gezien.

We gaan de volgende ochtend op pad naar de toren. 'S avonds overnachten we bij een gezelig haardvuur langs het zandpad. Het is voor het eerst sinds lang echt gezellig. Het lijkt wel als of er een zacht vertouwd geluid rond het vuur hangt. Dan hoor ik duidelijk iets en ga zoeken. Als ik de bij de rand van het kamp sta hoor ik het geluid toch uit de richting van het kamp komen maar daar is niets te zien.

Ineens hoor ik Mîrlgîn gillen en zie ik dat een brandende kat haar aanvalt. Na de eerste schrik maak ik mijn deken nat en probeer die over de kat heen te gooien. Helaas is de deken niet nat genoeg en vat vlam. Ik doof de deken en maak hem natter. Onder tussen zijn onze over ijverige dwergen met hun hammers aan het slaan. Dit maakt de kat alleen maar kwader en tenslotte raken ze Mîrlgîn ook nog. Hierna zie ik een kans mijn deken over de kat te gooien terwijl ik water over de deken blijf gieten. Er komt veel stoom bij vrij en we zijn bang dat Mîrlgîn daar veel last van heeft maar we hebben geen alternatief. Tenslotte begint de kat heftig te spartellen en vlucht uit de deken weg.

Hierna gaan we rustig terug naar het kampvuur en doen we wat aan de wonden van Mîrlgîn. We beluiten vervolgens dubbele wachten uit te zetten. Tijdens Nimthoron wacht komt de kat terug. Die ligt de rest van de wacht in Nimthorons armen zonder nog in brand te vliegen.

In de loop van de volgende middag komen we aan bij de toren. Deze toren is alleen te bereiken via een poort waar achter een brug over een ravijn ligt. Mîrlgîn steekt als eerste de brug over zonder dat er iets bijzoders gebeurt. Ze komt dan echter bij een deur die ze niet open krijgt. Daarop gaat Nimtheron kijken. Op het moment dat hij de brug over steekt klinkt er een gong uit de toren. Hierna steken we met zijn allen over en wachten even onder aan de deur.

Er gebeurt echter verder niets dus gaan we verder kijken hoe we de deur los krijgen. Na een paar stevige klappen op de deur besluit Veryawen nog een poging te doen het slot te openen. Dit lukt zonder veel problemen. We gaan de toren in en komen in een hal te staan. In deze hal treffen we in de stof sporen aan van de kat. Voor de rest lijkt niemand deze hal in tijden betreden te hebben.

We lopen verder door de enige deur in deze hal en komen in de keuken. In deze keuken treffen we trap naar boven aan en twee zij kamers. Een is ingericht als kamer voor het personeel en de andere als voorraad kamer. Hier treffen we de trap naar de kelder aan. We laten Mîrlgîn hierin afdalen. Die treft daar goede wijn aan en is al gauw in haar schik.

Plattegrond toren beganne grond

We overtuigen Mîrlgîn van het feit dat we vanavond nog altijd van de wijn kunnen genieten maar dat we nu beter eerst verder kunnen zoeken. We gaan dan ook met zijn allen naar de volgende verdieping. Daar treffen we een wachtkammer aan die over de brug uitkijkt. In die kamer staat ook de gong de we hebben horen luiden. Achter deze wachtkamer is nog een woonkamer voor de bewapening een een opslagplaats voor de wapens.

Plattegrond toren eerste verdieping

De verdieping daarboven bevat een aantal gordijnen. Als we daar achter kijken dan blijkt daar een oude man achter te slapen. We besluiten dat Nimthoron en ik de kamer in gaan. We vermoeden dat deze man Ringdinar is. We kijken in die kamer. Ik ga voor het Blauw groene kleed staan en Nimtheron voor het Wit blauwe. Ik blijf na dat kleed staan kijken en schrik dan op een gegeven moment. Ik wordt aangevallen door het kleed. Ook Nimtheron lijkt uit zijn doen. Wat heeft die gezien?

Plattegrond toren tweede verdieping

Ondertussen blijkt Mîrlgîn haar nieuwschieurigheid niet te hebben kunnen bedwingen en is al een verdieping hoger aan het kijken.